bromazépam
agoniste des benzodiazépines N05BA08
Samenstelling
Bromazepam Bijlage 2 Fabrications diverses
Toedieningsvorm Comprimé Sterkte 3 mg, 6 mg
Symbole Uitleg
XGVS |
Ce geneesmiddel n’est pas un génome opérentiel dans le système de gestion des geneesmiddelen (GVS). |
OTC |
‘Over the counter’, dit geneesmiddel est een zelfzorgmiddel. |
Vélo 2 |
Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Surveillance d’Aanvullende |
Dit geneesmiddel est onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
bromazépam vergelijken met een ander geneesmiddel.
Conseils
Bij een angststoornis met een geringe ziektelast volstaan voorlichting en zelfhulpadviezen. Bij onvoldoende effect daarvan of bij ernstige ziektelast zijn cognitieve gedragstherapie, een antidepressivum of beide aangewezen. Er is een lichte voorkeur voor boven serotonerge TCA’s vanwege een geringere kans op ernstige bijwerkingen. Bij sociale fobie komen TCA’s niet in aanmerking. Na herstel van de angststoornis begeleiding bij het stoppen van het antidepressivum en terugvalpreventie belangrijk. Bij examenangst/plankenkoorts kan incidenteel propranolol gegeven worden.
Indien de antidepressiva en cognitieve gedragstherapie niet voldoende effectief zijn, hebben benzodiazepinen een beperkte plaats in de onderhoudsbehandeling van sociale angststoornissen en paniekstoornissen. Daarnaast kunnen benzodiazepinen bij de start van een behandeling met antidepressiva kortdurend worden toegevoegd (maximaal 2–4 weken) om de initieel toenemende angst op te vangen.
Aan de vergoeding van bromazepam zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indications
- Symptomatische behandeling van pathologische angst en spanning, die ernstig is, invaliderend is of ernstig lijden veroorzaakt.
Informations générales
Dosage
Angoisse et enjambement
Pour les patients ambulants : 1,5–3 mg 3 ×/jour. In ernstige gevallen, bij klinische behandeling : 6–12 mg 2–3x/jour. Om cumulatie te voorkomen tijdens de behandeling de patiënt in het begin van de behandeling regelmatig controleren. Na enkele weken, max. na 2 maanden, de behandeling jalonné. Als, na herevaluatie, behandeling langer dan 2 maanden nodig est, de behandeling geleidelijk jalonné.
Bij ouderen en bij chronische respiratoire insuficiëntie : lager dan gewoonlijk doseren.
Bijwerkingen
Vooral aan het begin van de behandeling : sufheid, moeheid, verminderde waakzaamheid, verwardheid, spierzwakte, hoofdpijn, duizeligheid, ataxie. Diplopie. Emotionele stoornis. Misselijkheid, frein.
Verder est gemeld : afhankelijkheid, onthoudingsverschijnselen, libidostoornis, depressie. Misselijkheid, braken, obstination. Hartfalen (y compris hartstilstand). Ademhalingsdepressie. Rétention d’urine. Overgevoeligheid, urticaire, huiduitslag, jeuk, angio-oedeem, choc anafylactische. Toegenomen neiging tot vallen en kans op fracturen.
Vooral bij kinderen en ouderen : paradoxale reacties, zoals rusteloosheid, agitatie, irritatie, opwinding, agressie, woede-aanvallen, wanen, hallucinaties, psychosen, nachtmerries, geheugenverlies, gedragsstoornissen.
Interactions
Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken het centrale effect van benzodiazepinen. Gelijktijdig gebruik met opioïden is niet aanbevolen, vanwege het risico op sedatie, respiratoire depressie, coma en overlijden ; controleer patiënten nauwlettend en geef uitleg over de symptomen (ook aan de directe omgeving). Daarnaast kan euforie en daarmee de psychische afhankelijkheid van opioïden worden versterkt.
Bij gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4-remmers (zoals azoolderivaten, proteaseremmers, macroliden), dient men rekening te houden met een langere werkingsduur.
Zwangerschap
Tératogénèse: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid.
Effet pharmacologique : Hypothermie, hypotonie, matige ademhalingsdepressie en voedingsproblemen (« syndrome du nourrisson disquette ») kunnen bij pasgeborenen optreden bij gebruik tijdens het laatste trimestre. Bij langdurig gebruik tot aan de bevalling kan afhankelijkheid bij de pasgeborene optreden en bestaat het risico van onthoudingsverschijnselen (zoals prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, convulsies, onregelmatige ademhaling, braken, diarree en hard huilen) in de postnatale periode. De fortes doses pour bevalling kunnen leiden tot neonatale depressie.
Conseils: Alleen op strikte indicatie gebruiken, kortdurend en in een zo laag mogelijke dosering.
Lactation
Overgang in de moedermelk: Ja (en geringe maté).
Effet pharmacologique : Eventuele bijwerkingen zoals sufheid, slecht drinken en het niet toenemen van gewicht kunnen optreden. Na langdurig gebruik kunnen er bij jalonné onthoudingsverschijnselen optreden bij de zuigeling.
Conseils: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af. Controleer de zuigeling bij aanvang en staken van de behandeling of borstvoeding.
Contre-indications
- myasthénie grave;
- insuffisance respiratoire ernstige ;
- slaapapneusyndroom ;
- ernstige leverinsufficiëntie ;
- overgevoeligheid voor benzodiazépines.
Waarschuwingen et voorzorgen
Contrôleur op symptomen van respiratoire depressie en sedatie.
Staak de behandeling bij het optreden van paradoxale reacties, zoals rusteloosheid, agitatie, wanen, hallucinaties, nachtmerries en ongepast gedrag.
Amnésie : Benzodiazepinen kunnen anterograde amnesie geven, meestal enkele uren na inname. Door enkele uren ononderbroken slaap wordt het risico beperkt. Amnestische effecten kunnen gepaard gaan met onaangepast gedrag.
Afhankelijkheid, tolérance et rebond : De kans op afhankelijkheid neemt toe bij hogere doseringen, een langere gebruiksduur en bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis ; wees terughoudend bij middelenmisbruik in de voorgeschiedenis. Bij herhaald gebruik gedurende enkele weken kan het hypnotisch effect van benzodiazepinen minder worden. Beperk het gebruik in verband met de kans op afhankelijkheid, tolerantie en centrale bijwerkingen tot maximaal 8–12 weken (incl. afbouwen). Bouw bromazepam af bij beëindigen van de behandeling en bij overschakelen op een kortwerkend benzodiazepine, om mogelijke onthoudings- en/of reboundverschijnselen te voorkomen.
Auderen zijn gevoeliger voor de sedatieve effecten van benzodiazepinen, bovendien est bij hen het gevaar van cumulatie groter.
Informations sur les informations à suivre : De veiligheid en werkzaamheid zijn bij kinderen < 18 ans niet vastgesteld ; vermijd gebruik bij kinderen.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Eigenschappen
Benzodiazépine, toegepast als anxiolyticum.
Kinetische gegevens
F | 75–80 %. |
T max | 1– 2 heures. |
V d | 0,7 l/kg. |
Métabolisant | dans le levier tot oa 3-hydroxybromazepam. |
Élimination | met de l’urine en tant que metabolieten. |
T 1/2el | Californie. 15–22 heures, bij ouderen langer. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximum bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (volume fictif waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
bromazepam hoort bij de groep agonistes des benzodiazépines.
Kosten
Kosten chargé…
Discussion about this post