répaglinide
sang oral glucoseverlagende middelen, overige A10BX02
Samenstelling
Novonorm Novo Nordisk bv
Toedieningsvorm Comprimé Sterkte 0,5 mg, 1 mg, 2 mg
Répaglinide Diverses fabrications
Toedieningsvorm Comprimé Sterkte 0,5 mg , 1 mg, 2 mg
Symbole Uitleg
XGVS |
Ce geneesmiddel n’est pas un génome opérentiel dans le système de gestion des geneesmiddelen (GVS). |
OTC |
‘Over the counter’, dit geneesmiddel est een zelfzorgmiddel. |
Vélo 2 |
Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Surveillance d’Aanvullende |
Dit geneesmiddel est onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
répaglinide vergelijken met een ander geneesmiddel.
Conseils
Bij de behandeling van diabetes mellitus type 2 komen oral bloedglucoseverlagende middelen in aanmerking indien geen goede bloedglucoseregulatie wordt bereikt met voorlichting, aanpassing van de voeding, en stimulant van lichaamsbeweging. La metformine est eerste keus bij de medicamenteuze behandeling. Bij onvoldoende resultaat hiermee, kan een kortwerkend sulfonylureumderivaat (voorkeur gliclazide) worden toegevoegd. Le stade volontaire conforme au NHG-Standaard est (à l’avant-garde) l’insulinothérapie, ou en alternance avec le DPP4-remmer de l’agoniste du GLP1. De overige bloedglucoseverlagende middelen komen in aanmerking indien met bovenstaande voorkeursmiddelen niet wordt uitgekomen.
Repaglinide kan qua werkingsmechanisme worden beschouwd als een kortwerkend sulfonylureumderivaat. Op grond van de ruime ervaring in de eerstelijnszorg, de mogelijkheid tot een eenmaaldaagse dosering en de lagere kosten hebben sulfonylureumderivate echter de voorkeur boven repaglinide.
Indications
Diabetes mellitus type 2 bij onvoldoende effect van diet, gewichtsafname en lichaamsbeweging óf in combinatie metformine bij onvoldoende effect van metformine als monotherapie.
Informations générales
Dosage
Diabète sucré de type 2 :
Volwassenen :
En tant que monothérapie : commencez à doser 0,5 mg vlak voor de hoofdmaaltijden. Na voorafgaand gebruik van een ander oraal bloedglucoseverlagend middel: begindosering 1 mg vlak voor de hoofdmaaltijden. Aanpassing van de dosering op geleide van de bloedglucoserespons met tussenpozen van 1–2 weken, max. 4 mg par keer bij de hoofdmaaltijden. Dagdose maximale totale : 16 mg.
En association avec la metformine : commencer à doser 0,5 mg de liquide par voie orale. De dosering van metformine handhaven.
Bij een creatinineklaring 10–30 ml/min: begindosis halveren, daarna de dosering op geleide van de bloedglucoserespons in kleine stappen verhogen.
Bij verzwakte of ondervoede patiënten een lagere dosis aanhouden en zorgvuldig titreren ter preventie van hypoglykemische reacties.
De tablet vóór de maaltijd (gewoonlijk binnen 15 min, max. 30 min ervoor) innemen. Bij toevoegen of overslaan van een maaltijd, ook een dosis toevoegen dan wel overslaan.
Bijwerkingen
Vaak (1-10 %) : hypoglycémie buikpijn, diarrhée.
Zelden (0,01-0,1%) : ziekte cardiovasculaire.
Zeer zelden (< 0,01%) : braken, obstination, met name bij begin van de behandeling : visusstoornissen door een verandering in de bloedglucosespiegel, anormal leverfunctie, stijging van leverenzymwaarden.
Verder zijn gemeld : hypoglykemisch coma en bewusteloosheid, misselijkheid, overgevoeligheidsreacties van de huid zoals jeuk, uitslag en urticaria en gegeneraliseerde overgevoeligheids- (bv. anafylactische) of immunologische reacties zoals vasculitis.
Interactions
Repaglinide wordt vooral door CYP2C8, maar ook door CYP3A4, gemetaboliseerd.
Gelijktijdig gebruik met gemfibrozil, een CYP2C8-remmer, is gecontra-indiceerd, omdat het de bloedglucoseverlagende werking van repaglinide in hoge mate versterkt. Vermijd zo mogelijk combinatie met: overige CYP2C8-remmers zoals trimethoprim en clopidogrel, deferasirox (matige remmer van CYP2C8 en CYP3A4) en ciclosporine (remmer van organisch anion-transporterend eiwit, OATP1B1).
Rifampicine, een krachtige CYP3A4-, en CYP2C8-induceerder kan het métabolismee van repaglinide zowel inducerren als remmen. Bij gelijktijdig gebruik de dosering van repaglinide baseren op een nauwkeurige bloedglucosecontrole aan het begin van de behandeling met rifampicine (acute remming), bij volgende toedieningen (combinatie van remming en inductie), bij stopzetting (inductie alleen) in tot circa twee weken na staken van de behandeling rencontré rifampicine. Het is mogelijk dat andere CYP3A4-induceerders zoals fenytoïne, fenobarbital, carbamazepine in sint-janskruid, het métabolismee van repaglinide eveneens zowel inducerren als remmen.
De hypoglykemische werking kan worden versterkt door CYP3A4-remmers zoals claritromycine, itraconazole et kétoconazole, alsmede door ACE-remmers, alcohol, anabole steroïden, MAO-remmers, neet-selectieve β-blokkers, NSAID’s, octreotide, salicylaten andere bloedglucoseverlagende middelen. β-Blokkers kunnen de beginsymptomen van hypoglykemie maskeren.
De hypoglykemische werking kan worden verminderd door: oral anticonceptiva, thiaziden, corticosteroïden, danazol, schildklierhormonen en sympathicomimetica.
Houd rekening met mogelijke interacties door combinatie met middelen die net als repaglinide voornamelijk via de gal worden uitgescheiden.
Zwangerschap
Tératogénèse: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid (embryotoxiciteit en anormale ontwikkeling ledematen bij hoge doses).
Conseils: Gebruik onttraden.
Lactation
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Conseils: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contre-indications
- diabète sucré de type 1, peptide C négatif ;
- diabetische ketoacidose, al dan niet comateus;
- ernstige leverfunctiestoornis.
Zie voor meer contre-indications de rubriek Interacties.
Waarschuwingen et voorzorgen
Dans les situations de stress (koorts, operaties, infecties) kan het noodzakelijk zijn tijdelijk op insuline over te stappen. Het gebruik van repaglinide kan mogelijk gepaard gaan met een hogere incidentie van acuut coronair syndroom (bv. myocardinfarct). Wegens onvoldoende gegevens wordt behandeling niet aanbevolen bij patiënten met een gestoorde leverfunctie, kinderen < 18 jaar of bij ouderen > 75 jaar.
Surdosage
Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Kortwerkend insulinesecretagoog. Het stimuleert de afgifte van insuline door de pancreas, doordat het de adenosine-tri-fosfaat (ATP)-afhankelijke kaliumkanalen in het β-celmembraan sluit. Werking: de insulotrope respons op een maaltijd treedt binnen 30 min op. Werkingsduur : gedurende de maaltijd.
Kinetische gegevens
F | Californie. 63 %. |
T max | binnen 1 heure. |
V d | 0,43 l/kg. |
Eiwitbinding | > 98 %. |
Métabolisant | vrijwel volledig in de lever tot inactieve metabolieten, via vooral CYP2C8 en in mindere mate door CYP3A4. |
Élimination | vnl. met de feces (< 1% onveranderd), < 8% met de urine. |
T 1/2el | Californie. 1 uur, bij lever- en nierinsufficiëntie verlengd ; tweemaal verlengd bij ernstige nierfunctiestoornis. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximum bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (volume fictif waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
repaglinide hoort bij de groep orale bloedglucoseverlagende middelen, overige.
Kosten
Kosten chargé…
Discussion about this post