lidocaïne (pleister)
anesthésique, lokaal, overige N01BB02
Samenstelling
Versatis XGVS Grünenthal bv
Toedieningsvorm Pleister Sterkte 50 mg/g
De hydrogelpleister (10×14 cm) bevat : lidocaïne 700 mg (5% p/p). Dit est de 50 mg de lidocaïne par gramme de kleeflaag. Conserveermiddelen : méthylparahydroxybenzoate, propylparahydroxybenzoate.
Symbole Uitleg
XGVS |
Ce geneesmiddel n’est pas un génome opérentiel dans le système de gestion des geneesmiddelen (GVS). |
OTC |
‘Over the counter’, dit geneesmiddel est een zelfzorgmiddel. |
Vélo 2 |
Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Surveillance d’Aanvullende |
Dit geneesmiddel est onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
lidocaïne (pleister) vergelijken met een ander geneesmiddel.
Conseils
Bij trijumeaunévralgie est la carbamazépine, ou éventuellement l’oxcarbazépine (offlabel) de eerste keus.
Volgens de richtlijn Pijnlijke neuropathie diabétique Bestaat bij deze neuropathie een lichte voorkeur om te beginnen met een niet-selectieve serotonineheropnameremmer (SNRI): duloxetine, of eventueel venlafaxine (offlabel).
Kies bij polyneuropathie, uitgezonderd HIV-neuropathie, conform de richtlijn Polyneuropathie uit de hierna beschreven drie farmacologische groepen. Kies het middel dat het beste past bij het profiel van de patiënt, uitgaande van de contra-indicaties en de te verwachten bijwerkingen. Kies een tricyclisch antidepressivum, namelijk amitriptyline en bij ouderen nortriptyline; d’een SNRI, namelijk duloxetine of eventueel venlafaxine (offlabel); d’een anti-epilepticum, namelijk gabapentine de prégabaline. Overweeg als een van deze middelen wel enig, maar onvoldoende effect heeft, combinatie met een middel uit een andere farmacologische groep. Overweeg als lokale klachten op de voorgrond staan, de cutane toepassing van capsaïcine of lidocaïne.
De NHG-Standaard Pijn maakt geen onderscheid in de behandeling van diabetische neuropathie of polyneuropathie. De Standaard beveelt als eerste keus een TCA aan ; als tweede keus gabapentine en als derde keus prégabaline de duloxétine.
Bij VIH-neuropathie zijn bovengenoemde middelen, mogelijk de capsaïcine-pleister uitgezonderd, niet effectief.
Voor verdere informatie zie Neuropatische pijn.
Indications
- Neuropathische pijn gerelateerd aan een eerdere herpes zoster-infectie (postherpetische neuralgie, PHN) bij volwassenen.
Informations générales
Dosage
Neuropathische pijn gerelateerd aan herpès zoster
Volwassenen
Het pijnlijke gebied van de huid 1 ×/jour avec max. 3 pleisters tegelijk bedekken gedurende ten hoogste 12 uur/etmaal. De pleisters aanbrengen op een droge, onbeschadigde en niet-ontstoken huid (dus nadat de huidafwijkingen van herpes zoster zijn genezen). Niet meer pleisters gebruiken dan nodig is voor een effectieve behandeling. Na 2–4 weken heet resultaat beoordelen; als er geen respons est de behandeling jalonné.
Verminderde nierfunctie Bij een lichte tot matige nierfunctiestoornis est dosisaanpassing niet nodig. Wees voorzichtig bij een ernstige nierfunctiestoornis.
Verminderde leverfunctie : Bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis est dosisaanpassing niet nodig. Wees voorzichtig bij een ernstige leverfunctiestoornis.
Vóór verwijdering van de beschermfolie, de pleisters indien nodig met een schaar in kleinere stukken knippen. De pleister kan zowel overdag als ‘s nachts worden gebruikt. De pleister direct nadat de beschermfolie van het gel-oppervlak est verwijderd op de huid aanbrengen. Haartjes in het betreffende gebied met een schaar afknippen (niet afscheren). Omdat bij langdurig gebruik in klinische onderzoeken het aantal gebruikte pleisters na verloop van tijd afnam, de behandeling regelmatig opnieuw beoordelen om te bekijken of men het aantal pleisters kan verminderen of de pleistervrije periode kan verlengen.
Bijwerkingen
Systemische bijwerkingen zijn onwaarschijnlijk.
Zeer vaak (> 10 %) : réactions op de plaats van aanbrengen (branderigheid, dermatitis, erytheem, jeuk, huiduitslag, huidirritatie, blaasjes).
Soms (0,1-1%) : huidlaesie, huidletsel.
Zeer zelden (< 0,01%) : overgevoeligheid, anafylactische reactie. Merveille ouverte.
Interactions
Tijdens klinisch onderzoek met de pleister zijn geen klinisch relevant interacties waargenomen. Ondanks geringe absorptie van lidocaïne vanuit de huid, de pleister met voorzichtigheid toepassen bij gelijktijdig gebruik van klasse I-anti-aritmica of van andere lokale anesthetica, omdat men additieve systemische effecten niet kan uitsluiten. Bij onjuist gebruik kunnen interacties eerder optreden, zie Overdosering.
Zwangerschap
Lidocaïne passeert de placenta.
Tératogénèse : Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Conseils : Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactation
Overgang in de moedermelk: Ja, waarschijnlijk in geringe mate, vanwege de geringe systemische blootstelling vanuit de pleister en de snelle omzetting van lidocaïne in de lever.
Conseils : Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt, mits niet op de borsten toegepast. Maak voor het voeden de huid rond de tepel goed schoon bij gebruik van de pleister op de borst.
Contre-indications
- overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype zoals bupivacaïne, mepivacaïne en prilocaïne;
- ontstoken de beschadigde huid, zoals actieve herpes zoster-laesies, constitutioneel eczeem of wonden op de plek waarop men de pleister wil aanbrengen.
Waarschuwingen et voorzorgen
Wees voorzichtig bij een ernstige hartfunctiestoornis, ernstige nierfunctiestoornis ou een ernstige leverfunctiestoornis.
De pleister niet op slijmvliezen aanbrengen. Contact met de ogen vermijden.
De klinische betekenis van de bevinding dat de metaboliet 2,6-xylidine bij ratten genotoxisch en carcinogeen is gebleken en secundaire metabolieten mutageen, is onbekend. Langetermijnbehandeling est daarom uitsluitend gerechtvaardigd bij een therapeutisch voordeel voor de patiënt.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen (< 18 j.) zijn niet vastgesteld.
Surdosage
Le surdosage met de pleister est onwaarschijnlijk, echter onjuist gebruik (te veel pleisters, te lang laten zitten, aanbrengen op beschadigde huid) kan leiden tot klachten en verschijnselen van lidocaïne-intoxicatie (zie lidocaïne parenteraal overdosering.
Eigenschappen
La lidocaïne est un anesthésique local de type amide. Lidocaïne diffundeert in de huid en stabiliseert de neuronale membranen, vermoedelijk met down-regulatie van de natriumkanalen als gevolg, wat een lokaal analgetisch effect geeft. Daarnaast biedt de hydrogelpleister mechanisch bescherming van het overgevoelige gebied.
Kinetische gegevens
F | 1–5 % (jusqu’à max. dosage van 3 pleisters). |
V d | 1,3 ± 0,4 l/kg. |
Métabolisant | à 90-95 % ; in de lever via N-de-alkylering tot mono-ethylglycinexylidide (MEGX) en glycinexylidide (GX); de metabolieten zijn beide minder werkzaam dan lidocaïne en zijn beschikbaar in lage concentraties. Ze worden gehydrolyseerd tot 2,6-xylidine, dat wordt omgezet in geconjugeerd 4-hydroxy-2,6-xylidine. |
Élimination | > 85 % dans l’urine voornamelijk als conjugaat van 4-hydroxy-2,6-xylidine. Bij hart-, nier- de leverfalen kan de uitscheiding vertraagd zijn. |
T 1/2el | 7,6 heures (bij gezonde vrijwilligers). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximum bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (volume fictif waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
Lidocaïne (pleister) hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
Kosten
Kosten chargé…
Discussion about this post